Ik vertel niets nieuws als ik zeg dat video’s op social media steeds meer in zwang komen. Dat is niet verwonderlijk: je kunt met video’s gemakkelijk een boodschap én een gevoel meegeven. Steeds meer merken gebruiken dan ook video’s op social media, al dan niet voor advertising-doeleinden. Twitter en Facebook spelen hierop in door hun platforms daarnaar te vormen. Hoe doen zij dat? Hoe kun je als merk hiermee omgaan?

YouTube

YouTube is al jaren één van ’s werelds grootste sociale netwerken. Ruim 7 miljoen Nederlanders gebruiken het netwerk, waarvan één miljoen dagelijks. Het community-aspect is bij YouTube onder veel gebruikers veel minder aanwezig dan bij de andere sociale netwerksites (bijvoorbeeld Facebook / Twitter) en het zoekaspect juist veel meer.

Des te belangrijker is het dus om ervoor te zorgen dat je video’s goed vindbaar zijn op YouTube. Houd dus rekening met goede teksten en keywords bij het posten op YouTube. Zeker omdat YouTube onderdeel is van Google zijn hiermee grote voordelen te behalen op het gebied van SEO. Ook onder jongeren blijft YouTube enorm populair.

Facebook

Bij YouTube zullen ze ’s nachts echter nog wel eens wakker schrikken van Facebook. Johan Voets van Numrush schreef onlangs week een interessante analyse met als sprekende titel YouTube kan inpakken: Facebook heeft de video-oorlog gewonnen. Waarom? Facebook is natuurlijk extreem machtig en stimuleert de views van native video’s.

Volgens Fortune worden video’s aan 35 procent van de fans getoond, foto’s aan 14 procent en tekst aan 4 procent. Hierdoor vindt er meer interactie plaats bij de video’s, waardoor het ook vaker wordt getoond aan niet-fans en kun je spreken over een vicieuze cirkel. Native video’s op Facebook presteren hierdoor stukken beter dan het delen van YouTube links. Dit wordt daarom steeds populairder:

Aantal video’s dat door merken native via Facebook wordt gepubliceerd vs. het aantal YouTube-video’s dat door merken wordt gedeeld via Facebook (bron).

Buzzfeed zag het aantal views vertachtigvoudigen (!) toen ze op Facebook overstapten van YouTube-video’s naar native video’s en stopte direct met het delen van YouTube video’s. Boze tongen beweren dat de extra weergaven die Facebook voor hun eigen video’s geeft pure manipulatie is. En ze serveren het niet alleen uit, het aantal weergaven wordt ook getoond.

Zie onderstaande screenshot die ik onlangs maakte van de Facebookpagina 3voor12 (die ik niet zelf beheer): bij de video (links) zie ik het aantal views direct in beeld onder de video, bij de link (rechts) niet. Facebook sleutelt echter niet alleen aan het algoritme, ze innoveren ook flink: kijken, delen en uploaden werd onlangs stukken gebruikersvriendelijk, embedden werd mogelijk, autoplay werd de standaard en Facebook lanceerde de video-app Riff. Dus claimt Facebook dat er bij hun evenveel video’s worden bekeken als op YouTube.

Bij de video die 3voor12 deelt op Facebook worden de views getoond, bij een andere post zonder video niet.

Instagram

Instagram, het kleine broertje van Facebook (op weg om de grote broer te worden?), ondersteunt natuurlijk ook video. Het ziet er echter niet naar uit dat video als heel belangrijk wordt ervaren door Instagram. In Instagram zitten geen share-opties waardoor een post snel overwaait, pinnen is niet mogelijk, adverteren is niet mogelijk en een video mag maximaal vijftien seconden zijn. Er zijn, kortom, weinig ingrediënten aanwezig om als bedrijf te investeren in video’s op Instagram. Dat zie ik ook terug in Coosto: van alle Instagram-posts in Nederland is vier procent een video.

Twitter

Onlangs ontvouwde Marc de Vries (Country Manager van Twitter Benelux) op het Twitter-congres plannen over video’s op Twitter. Voorheen kon je op Twitter alleen externe video’s tweeten, maar Twitter biedt intussen al een tijdje native video’s aan (van maximaal 30 seconden). Dat is niet vreemd: native foto’s leveren ook enorm veel extra interactie op en een video is natuurlijk dé manier om geen last meer te hebben van die 140-tekens limiet.

Intussen gebruikt 82 procent van de tweeps video’s. Twitter is niet van plan te concurreren met YouTube, Marc de Vries benadrukt juist dat het enorm verschillende platformen zijn met hun eigen kwaliteit: Twitter voor real-time en om trends te ontdekken, YouTube als zoekmachine. Het fijne aan het kijken van native video’s via Twitter is dat je geen reclame te zien krijgt voor het afspelen en het fijne aan het posten van native video’s op Twitter is de snelheid van het uploaden.

Niet verrassend benadrukt Marc de Vries de kracht van mobiel voor video’s op Twitter: 90 procent van de video’s wordt bekeken op mobiel. Voor Facebook is het belang van mobiel vergelijkbaar: 73% van hun $3,4 miljard omzet in Q1 werd aan mobiele advertenties verdiend. Voor Instagram behoeft de rol van mobiel geen uitleg. De brede uitrol van het 4G-netwerk in Nederland helpt hier natuurlijk bij.

Al met al wordt het belang van video’s op social media steeds groter. Ook als je hier nog niet volledig van bent overtuigd, dan laten de sociale netwerken je bijna geen keuze. Als je aan de slag gaat met video’s op social media (al dan niet gesponsord), hou dan rekening met de kracht van mobiel.

Verder toont dit verhaal aan hoe belangrijk het is om je content native te posten via de verschillende platformen. In onze Publicatiemodule is het mogelijk om video’s direct te publiceren op Facebook, Twitter en YouTube, waardoor je jezelf verzekerd van de beste social media content.

Via emerce